U hebt besloten dat het leuk is voor uw al aanwezige kat als er een soortgenootje van hem in huis komt. Dan is hij immers niet meer zo alleen.
Maar is uw kat daar wel zo blij mee?
Stelt u zich eens voor: u komt ’s morgens beneden, er zit een vreemde man op uw bank, die u vertelt dat hij hier voortaan ook woont. Leuke verrassing?
Een kat heeft zijn eigen territorium, het gebied dat hij bejaagt, dat hij verdedigt tegen indringers. Het gebied waar de kat leeft, is het leefgebied van de kat. Dit is dus groter dan het gebied dat hij verdedigt, dat hij beveiligt tegen indringers. Als verschillende katten in een buurt wonen, moeten ze elkaars leefgebieden passeren om bij hun territorium te komen. Door het achterlaten van geursporen(d.m.v. sproeien, kopjes geven, met de flanken ergens langs strijken, zichtbaar markeren oftewel krabben) laten zij elkaar weten wie heer en meester is in een gebied, wie wanneer gepasseerd is, hun gemoedstoestand, hun hormonale gesteldheid. Een volgende kat leest deze boodschappen en trekt daaruit zijn conclusies: “wegwezen”of ‘als ik me nu maar rustig houd, kan ik hier wel snel voorbij lopen” of “die grote kater is hier een uur geleden voorbij gekomen, nu kan ik erlangs”etc.
Op deze manier kunnen leefgebieden van verschillende katten elkaar overlappen.
Ook kunnen katten die in groepen samenleven een territorium delen. Dit wordt dan door één of meerdere groepsleden verdedigd tegen indringers.
Katten vormen niet zomaar een groep. In de natuur gebeurt dit als moederpoes gejongd heeft. De kittens blijven bij moederpoes. De poesjes blijven vaak bij moeder, ook als ze volwassen zijn. Zo ontstaan er groepen van poezen die onderling verwant zijn en zelfs elkaar helpen de kittens te zogen. De katertjes moeten als ze volwassen zijn uit de groep en zelf hun weg vinden: een territorium veroveren.
Het territorium van uw huiskat is zeker ook in huis. Sterker nog, het huis of een plek daarin is de core area van het territorium: de belangrijkste plek in het territorium, daar waar gegeten, geslapen en gejongd wordt.
Als er zomaar een andere kat binnenkomt, zal uw kat zijn territorium, de core area en de weg er naartoe verdedigen.
Met andere woorden, er moet nogal wat gebeuren voordat uw kat een nieuwe kat in huis accepteert: bereid is zijn territorium met alle belangrijke voorzieningen daarin( eten, drinken, uw aandacht, slaapplekjes, kattenbak, speelvoorzieningen) te delen.
Hierbij speelt het vertrouwd raken met elkaars geur en het creëren van een groepsgeur een belangrijke rol.
Wat u kunt doen:
TIPS VOOR DE INTRODUCTIE VAN KATTEN
- Geef de nieuwe kat een eigen kamer in huis.
- Deze kamer is niet een kamer waar de al aanwezige kat vaak en graag komt( behoort niet tot de core area van uw kat) en is met een deur af te sluiten van de rest van het huis. De deur sluit de kamer zodanig af dat er niet doorheen is te kijken. Zit er een ruitje in, plak dit dan dicht met stevig karton o.i.d.
- In de kamer is een volledige uitrusting voor de nieuwe kat aanwezig. Dit houdt in: mandjes met dekentjes om in te liggen(ook het transportmandje waarmee u de kat hebt opgehaald), kattenbak(ken), eet- en drinkbakjes, krabpaal, speeltjes.
- In deze kamer plugt u een Feliway verdamper in, evenals in de ruimte van het huis waar de al aanwezige kat het meest verblijft. Zo worden in beide ruimtes synthetische feromonen(lichaamseigen geurstoffen van de kat) verspreid, wat een geruststellende werking heeft op de katten.
- Beide katten verblijven dus in gescheiden ruimtes en komen elkaar niet tegen.
- U geeft beide katten apart aandacht. Zorg ervoor dat de al aanwezige kat niet minder aandacht krijgt dan hij gewend is! En geef ook de nieuwe kat de nodige aandacht om met u vertrouwd te raken.
- U gaat nu de lichaamseigen geurtjes van beide katten oogsten en uitwisselen, zodat beiden met elkaars geur vertrouwd kunnen raken. Dit doet u door eerst de ene kat langs de kaaklijn te aaien, hier oogst u de feromonen. Dit kunt u ook met een washandje of een watje doen. Vervolgens brengt u de geur naar de andere kat door deze met ongewassen hand(met geur van de andere kat eraan dus) te aaien of door het washandje over hem heen te wrijven. Dit doet u regelmatig bij beide katten. U doet dit enkele malen per dag, afhankelijk van uw eigen tijd. De volgende stap is dat u de kussens/kleedjes waarop ze slapen gaat wisselen, zodat ook op die manier geuruitwisseling plaatsvindt.
- De nieuwe kat laat u af en toe wel uit zijn kamer, maar dan is uw andere kat ingesloten in een andere kamer. Zij moeten elkaar niet tegenkomen in huis en uw nieuwe kat moet de kans krijgen om het huis met al zijn verstopplekjes en voorzieningen te leren kennen. Zorg er echt voor dat voordat u een van de katten loslaat, de ander is opgesloten in zijn eigen ruimte: het is nog geen tijd voor een eerste ontmoeting! Een eerste ontmoeting kun je maar eenmaal doen, mislukt die, dan is de kans verkeken.
- De katten raken nu zoetjes aan vertrouwd met elkaars geur. Waarschijnlijk gaan ze elkaar opzoeken door onder de kier van de gesloten deur van de kamer van de nieuwe kat te ruiken. U kunt nu helpen aan de geur van beide katten een positieve associatie te verbinden: beloon aan beide zijden van de deur met iets lekkers: een snoepje als het ruiken zonder blazen/grommen plaatsvindt. Wordt er wel geblazen/gegromd, dan sluit u de deur, einde van de sessie voor dat moment.
- U breidt dit uit door als er niet geblazen/gegromd wordt, de deur te openen op een kier, waar u zelf voor zit: de katten kunnen elkaar nu ruiken en gedeeltelijk zien: goed gedrag( niet grommen en/of blazen terwijl ze elkaar zien/ruiken) beloont u met iets lekkers voor beiden.
- Op deze manier leren ze de geur en het zien van de ander te accepteren: er is immers een beloning aan verbonden.
- U breidt dit steeds verder uit op geleide van het gedrag van de katten: niet blazen/grommen betekent stapje verder gaan: de kier tussen de deur vergroten, wel blazen/grommen betekent de deur sluiten en geen beloning. Naarmate de deur verder geopend wordt, is het handig om er een hulpje bij te hebben, zodat beide katten echt tegelijk iets lekkers krijgen.
- Mocht er geblazen en/of gegromd blijven worden, dan kunt u valeriaan inzetten als hulpmiddel. Valeriaanwortel(te koop bij de reformzaak) heeft een rustgevende werking en de meeste katten reageren hier sterk op. Ze vinden de geur lekker en ontspannen ervan. Het zien/ruiken van de ander kunt u meer ontspannen en met een nog positievere associatie laten verlopen door valeriaan aan te bieden. U doet een theelepeltje in een lapje textiel en geeft beide katten een eigen lapje. De kat zal er aan ruiken, tegen aanwrijven en zo zijn eigen geurstoffen afzetten. Een volgende keer geeft u elke kat het lapje van de ander. Zo wordt aan de geur van de ander een positieve associatie verbonden. Het kan geen kwaad als de valeriaan wordt opgegeten.
- Als de katten zonder blazen/grommen op het zien/ruiken van elkaar reageren, gaat u de deur van de kamer volledig openen en beiden op afstand van elkaar wat voer geven. Hier is een hulpje voor u echt noodzakelijk! Als ze het voer ophebben, sluit u de kamerdeur weer, is ieder dus weer in een aparte ruimte. Dit breidt u uit op geleide van het gedrag van de katten zoals eerder beschreven. Verklein de afstand tot elkaar en verleng de tijdsduur van deze ontmoetingen.
- Als dit allemaal goed verloopt, kunt u de katten onder toezicht bij elkaar laten. Het is aan te raden om ze dan ook prettige dingen aan te bieden: gooi wat brokjes of bied een speeltje aan: hengelspeeltje, pingpong balletje etc. Vanzelfsprekend biedt u eerst elke kat een eigen hengelspeeltje of balletje aan op enige afstand van elkaar. Gaat dit goed, dan gaat u de afstand verkleinen en uiteindelijk met één speeltje met de katten samen spelen.
- Als u zeker weet dat ze elkaar echt geaccepteerd hebben, kunt u ze ook zonder toezicht bij elkaar laten.
Dit hele schema kost tijd! Afhankelijk van de achtergrond en de karakters van beide katten kan dit twee dagen tot twee weken duren! Met natuurlijk de uitzonderingen voor de hele snelle of juist de hele langzame katten. Overhaast niets, laat de snelheid van de introductie afhangen van het gedrag van uw katten. Zij geven het tempo aan!
SOCIALE GROEPEN EN VOORZIENINGEN
De katten zijn nu aan elkaar gewend en kunnen samen in uw huis leven.
Maar dit betekent nog niet dat zij ook samen tot dezelfde sociale groep behoren!
Katten die samen een sociale groep vormen begroeten elkaar door elkaars kop te likken, de lichamen langs elkaar te wrijven. Ze wassen elkaar: likken elkaars hele lichaam en als ze heel intiem zijn, likken ze de anus van de ander.
Ze liggen bij elkaar, met de lichamen tegen elkaar aan, kopjes naar elkaar gewend.
Katten die ieder aan een kant van de bank liggen met de koppen van elkaar afgewend, vormen geen sociale groep! Ze kunnen elkaar wel verdragen.
Katten die tot eenzelfde sociale groep behoren hebben regelmatig interactie met elkaar: slapen, spelen, wassen.
En zijn bereid voorzieningen met elkaar te delen. Dit betekent: de kattenbakken( de standaard is twee bakken per kat/sociale groep), slaapplekjes, krabpalen, en eet- en drinkplekken.
Katten die niet tot dezelfde sociale groep behoren hebben deze bereidheid niet.
Kijk dus goed naar het gedrag van uw kat en de nieuwkomer nadat beiden aan elkaar geïntroduceerd zijn. Het kan zijn dat u het aantal voorzieningen in huis blijvend moet uitbreiden.
Met “blijvend” bedoel ik ook na de introductie.
Zo ie zo is het aan te raden om de eerste tijd nadat beiden aan elkaar geïntroduceerd zijn voor beiden aparte voorzieningen te houden. Dan kunt u zien welke er gebruikt worden: mogelijk gebruiken ze dezelfde kattenbakken en dan kunt u de niet gebruikte na verloop van tijd weghalen. Maar voorkomen is beter dan genezen, dus om onzindelijkheid te voorkomen is het aan te raden om hier echt de tijd voor te nemen. Zo’n ongebruikte bak staat u toch niet in de weg!
Wat betreft eten: de bereiding(het in de bakjes doen) en het opeten zelf kan veel stress opleveren. Veel katten vinden het niet prettig om in de directe nabijheid van een andere kat te eten. Geef daarom elke kat, ook al zijn ze aan elkaar geïntroduceerd en verdragen ze elkaars aanwezigheid in een eigen ruimte of op grote afstand van elkaar in dezelfde ruimte eten.
De normale lichaamshouding van een kat tijdens het eten is liggend met de buik op de grond of zittend, maar zeker niet staand. Als een kat staand eet, is er sprake van stress en verdient het aanbeveling om de katten meer eigen ruimte te geven tijdens het eten: ofwel de afstand tussen de bakjes vergroten ofwel ieder in een eigen ruimte laten eten.
Voor verdere vragen kunt u contact met me opnemen.